De stelling

“Iedereen is vanuit de bijstand actief te krijgen voor een opleiding of werk.”

“Meer mensen in de bijstand kunnen meedoen, maar niet iedereen,”

stelt Noëlle ter Woerds, directeur DZB Leiden, re-integratiebedrijf van de gemeente Leiden.

“Met goede ondersteuning is vrijwel iedereen in beweging te krijgen,”

zegt Sandra Bos, projectleider van het onderzoeksteam van het Amsterdamse Experiment met de bijstand.

“Geef mensen zicht op hun toekomstige situatie”

Noëlle ter Woerds, directeur DZB Leiden, re-integratiebedrijf van de gemeente Leiden.

“Meer mensen in de bijstand kunnen meedoen, maar niet iedereen. We moeten er bewust van zijn dat voor sommigen het opbouwen van een sociaal leven het hoogst haalbare is, en dat is ook belangrijk. Misschien samen met vrijwilligerswerk, wat ook bijdraagt en dingen mogelijk maakt die er anders niet zijn. Je bent niet alleen volledig ‘participant’ wanneer je een fulltime baan hebt. Dat besef moet groeien.

Van de mensen die nu nog niet deelnemen aan de arbeidsmarkt kunnen er wel meer meedoen. Daarvoor is vaak wat extra’s nodig. We moeten als samenleving investeren om de problemen – zoals stress door schulden – op te lossen, zodat mensen het eerste stapje kunnen zetten. Daarvoor zoeken onze consulenten altijd naar een ‘vonkje’ dat ergens zit. Met de eerste stap groeit het zelfvertrouwen en volgt misschien weer een stap. Daar moeten we de tijd voor nemen. Het kan wel twee tot vijf jaar duren, voordat mensen weer echt duurzaam meedoen.

Wat vooral nodig is, is het wegnemen van onzekerheid. Want gaat een stap iemand helpen? Mensen hebben zicht nodig op de situatie die ze straks krijgen. Het liefst is dat een stabiele situatie met meer financiële zekerheid. Ook als het straks weer even minder gaat. Dat vereist zorgvuldige ontwikkeltrajecten waarin alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen. En goede samenwerking om achter de schermen alles goed te regelen, zodat mensen zekerheid ervaren. Dat maakt de nieuwe stap veel minder eng.”

“Herformuleren wat bijdragen aan de samenleving is”

Sandra Bos is onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam en projectleider van het onderzoeksteam van het Amsterdamse Experiment met de bijstand.

“Met goede ondersteuning is vrijwel iedereen in beweging te krijgen, maar niet allemaal naar een fulltime baan. Eigenlijk is een herformulering nodig van wat we verstaan onder bijdragen of ‘meedoen aan de samenleving’. Mensen willen onderdeel zijn van de samenleving, maar er zitten veel mensen in de bijstand die niet (volledig) kunnen werken. Bijvoorbeeld door een lichamelijke of mentale beperking of door hun gezinssituatie. Als iemand vier dagen per week mantelzorger is voor een ziek kind, kun je niet zomaar aan het werk. Het is wel een waardevolle bijdrage, die formele zorg vervangt en de samenleving ontzorgt.

Persoonlijk ben ik daarom voorstander van het basisinkomen. We moeten allereerst waarderen wat iemand doet en daarnaar luisteren om te horen waar kansen liggen en wat daarvoor nodig is.
Voor het Amsterdamse experiment met de bijstand onderzochten we hoe verschillende vormen van begeleiding kunnen bijdragen aan welzijn en financiële en maatschappelijke participatie van bijstandsgerechtigden. De eindconclusies volgen nog, maar duidelijk is wel dat persoonlijke aandacht van de klantmanager en frequent contact belangrijk zijn. Daarmee zijn duurzame trajecten richting (on)betaald werk te bouwen. Dat is iets anders dan focus op ‘snelle uitstroom’. Naast persoonlijk contact telt het wegnemen van obstakels. Bijvoorbeeld de ingewikkelde loonkostenverrekening of met goed taalonderwijs, als taal de drempel is.

Maak mensen daarnaast bewust van hun potentie. Daarbij kunnen werkgevers meer kijken naar competenties in plaats van het standaard ‘functieprofiel’. Kijk naar mogelijkheden.
Vergeet ook niet hoe stressvol de bijstand is. In ons onderzoek blijkt ruim 50 procent van de mensen in de bijstand een opleiding te willen volgen. Anderen zien dit niet zitten, vooral omdat ze daar geen tijd, geld en energie voor hebben. Overleven in de bijstand kost namelijk ook tijd en energie. Daarnaast een opleiding volgen, kan zorgen voor minder focus op overleven en voor meer instabiliteit.”