Dilemma

Landelijk beleid of gemeentelijke keuzevrijheid?

De stap naar werk wordt voor mensen in de bijstand bemoeilijkt, doordat gemeentelijke keuzes voor regelingen en instrumenten sterk verschillen.

De woonplaats van een werkzoekende bepaalt welke instrumenten en regelingen beschikbaar zijn vanuit de betrokken gemeente en op welke manier ze kunnen worden ingezet. Hierdoor bestaan er significante verschillen per gemeente en is er geen eenduidigheid. Dit zorgt ervoor dat de weg naar werk te ingewikkeld is.

Waar wringt het?

“Het gevolg van de keuzevrijheid van gemeenten is dat er een lappendeken van regelingen en instrumenten is ontstaan, die voor werkgevers totaal onoverzichtelijk is. Dat werkt averechts,” stelt directeur Cristel Poortenaar van Calder Werkt, een re-integratie en detacheringsbureau. Zij ziet grote verschillen op het gebied van bijvoorbeeld jobcoaching, mogelijkheden voor proefplaatsingen en subsidies. “Neem een statushouder. Die kan in de ene gemeente werk vinden, omdat een proefplaatsing en loonkostensubsidie kan worden verstrekt, maar in de andere gemeente zijn die voorzieningen er niet.”

“Het gevolg van de keuzevrijheid van gemeenten is dat er een lappendeken van regelingen en instrumenten is ontstaan, die voor werkgevers totaal onoverzichtelijk is. Dat werkt averechts,”

Directeur Cristel Poortenaar van Calder Werkt, een re-integratie en detacheringsbureau.

Gemeenten gaan ook totaal verschillend om met jobcoaching, ziet directeur Marcella de Muinck van Olympia Werkvertrouwen, dat mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie begeleidt en bemiddelt. “Mag een jobcoach worden ingezet? Alleen dat verschilt al per gemeente. Maar ook de betaalde vergoeding per uur verschilt. Of een gemeente dwingt dat je een bepaalde jobcoach inzet. Werkgevers die met meerdere gemeenten te maken hebben, krijgen dan heel veel mensen over de vloer. Zelfs binnen één gemeente kunnen er verschillen zijn, doordat klantmanagers een werkzoekende anders beoordelen.”

De gevolgen

Werkgevers hebben het meest last van de onduidelijkheid. De Muinck: “Naast de onvoorspelbaarheid zorgt het voor een hoge administratieve druk, waardoor werkgevers terughoudend zijn met de inzet van ‘kwetsbare doelgroepen’. En zo hebben werkzoekenden daar ook last van, want zij krijgen minder kansen.” Poortenaar: “Door de onvoorspelbaarheid kunnen werkgevers ook geen beleid maken om mensen uit de bijstand meer kansen te bieden. Zeker bij grotere werkgevers blijven er daardoor kansen liggen. En juist daar zouden grote stappen gezet kunnen worden.” 

“Een voordeel van alle verschillende regelingen die in de afgelopen jaren zijn ontstaan, kan zijn dat Nederland eigenlijk een ‘proeftuin’ was. Nu is het tijd te kijken wat echt goed werkt en daar één duidelijke lijn mee trekken.”

Directeur Marcella de Muinck van Olympia Werkvertrouwen

De oplossing 

De oplossing ligt in het harmoniseren van de verschillende regelingen tussen gemeenten, zodat werkgevers vooraf duidelijkheid krijgen en werkzoekenden onderling een eerlijker behandeling. De Muinck: “Daar wordt aan gewerkt, maar de vraag is wel hoe dit eruit gaat zien. Er moet meer eenduidigheid en voorspelbaarheid komen, maar per werkzoekende moet ook maatwerk mogelijk blijven. Dus naast dat gemeenten hun eigen lokale beleid maken en uitvoeren, moet er ruimte komen voor landelijke afspraken voor grote werkgevers die verspreid over meerdere gemeenten werklocaties hebben.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan daar een rol in spelen door samen met werkgevers en bijvoorbeeld het Landelijk WSP Gemeenten en Cedris, de vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt. ”

Poortenaar: “Een voordeel van alle verschillende regelingen die in de afgelopen jaren zijn ontstaan, kan zijn dat Nederland eigenlijk een ‘proeftuin’ was. Nu is het tijd te kijken wat echt goed werkt en daar één duidelijke lijn mee trekken.”